Faalangst en beelddenken

Faalangst en beelddenken

Kinderen die in beelden denken ontwikkelen vaak faalangst. Deze groep kinderen denkt anders en verwerkt de informatie anders. Daarom voelen ze zich ook vaak anders dan klasgenootjes. Ze kunnen vaak goed leren, maar het komt er niet altijd uit. Ze halen vaak lagere punten en denken ze al snel dat ze dom zijn. Ze voelen zich niet begrepen. Hierdoor worden ze onzeker. Faalangst betekent eigenlijk heel simpel angst om te mislukken. Ze leggen de lat voor zichzelf heel erg hoog, haast onrealistisch. Als ze voor zichzelf hier niet aan kunnen voldoen, hebben ze in hun ogen gefaald. Ze vinden zich niet goed genoeg. Met als gevolg dat ze een negatief zelfbeeld gaan ontwikkelen.

 

Wat kun je hier nu aan doen?

Op school is het belangrijk dat de lesstof anders wordt aangeboden. Beelddenkers denken vanuit het geheel. Ze leren top-down. En dan stukje voor stukje voor stukje wordt het een geheel. Als je de lesstof anders gaat aanbieden, zullen ze het beter gaan begrijpen. Ze kunnen dan beter meekomen en het zelfvertrouwen groeit. De faalangst zal afnemen waardoor ze beter in hun vel komen te zitten.

Voor thuis is het belangrijk dat het kind zich gezien en gehoord voelt. Probeer thuis ook om duidelijkheid te geven bijvoorbeeld door het maken van een planbord. Dit geeft rust in het hoofd, want ze weten waar ze aan toe zijn. Maak afspraken of taken ook visueel. Wanneer je het voor een beelddenker visueel maakt, pakken ze het makkelijker op.

 

 

 

 

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *