wat helpt nou écht bij een kind dat letters blijft spiegelen of omdraaien?

Draaiende letters – deel 2: van dansende woorden naar leesplezier.

Draaiende letters – deel 2: van dansende woorden naar leesplezier

In mijn vorige blog schreef ik over die draaiende letters en dansende woorden waar zoveel ouders zich zorgen over maken. Kinderen die de b en d blijven verwisselen, of woorden zien bewegen op het papier. Sindsdien kreeg ik veel reacties van ouders die het herkennen. En vaak komt dan dezelfde vraag: wat helpt nou écht bij een kind dat letters blijft spiegelen of omdraaien?

 

Waarom extra oefenen niet altijd helpt

Veel ouders proberen van alles: extra lezen, letterkaartjes ophangen, het alfabet herhalen… maar bij beelddenkers werkt dat vaak juist averechts. Hoe meer ze oefenen op de ‘gewone manier’, hoe voller hun hoofd wordt.

Dat komt omdat een beelddenker anders leert. Niet in letters en klanken, maar in beelden. Ze willen begrijpen hoe iets eruitziet, en vooral waarom. Een letter is voor hen geen abstract teken, maar een vorm die ze moeten plaatsen in hun hoofd. Pas als dat beeld klopt, kunnen ze het opslaan en herkennen.

 

De b van brood – of toch niet?

Laatst had ik een interessant gesprek met een leerkracht. Hij vertelde:

“We leren de kinderen de letter b. Op maandag zeg ik: de b van brood. En op dinsdag de b van bal.”

Maar voor een beelddenker werkt dat niet zo — die ziet een bal voor zich in plaats van de letter b.

Een beelddenker koppelt niet zomaar een klank aan een letter. In hun hoofd verschijnt een beeld — van een brood, een bal of iets anders tastbaars. 

Maar die beelden verschillen, en daardoor voelt de letter ‘b’ elke keer anders.

 

Daarom is het zo belangrijk dat de koppeling tussen letter, klank én beeld consequent en visueel duidelijk blijft. Steeds wisselende voorbeelden zorgen juist voor verwarring. 

Een beelddenker leert pas goed lezen als die koppeling stevig is.

 

Wat werkt wél bij beelddenkers

In mijn praktijk zie ik vaak dat kinderen pas echt vooruitgaan als ze de letters zien in plaats van alleen horen. We werken met beelden, beweging en structuur. 

Ze leren het alfabet niet als een rijtje klanken, maar als een verzameling vormen die een vaste plek krijgen in hun hoofd.

 

Soms tekenen we de letters groot op de grond, of gebruiken we kleuren en beweging. Zo worden de letters tastbaar. Langzaam verdwijnen de ‘dansende letters’ – ze worden rustig, herkenbaar en leesbaar. Dat moment waarop een kind zegt: “Oh, nu snap ik het!” is goud waard.

 

De kracht van succeservaringen

Wat ik keer op keer zie: zodra kinderen merken dat het lukt, verandert er iets. Hun schouders zakken, ze lachen weer, en lezen wordt ineens minder zwaar. 

Zelfvertrouwen is echt de gamechanger tot leren.


Want een kind dat gelooft dat het kan, gaat leren met plezier – en dat is waar het om draait.

 

Wat kun je thuis doen?

Een paar dingen die je als ouder kunt proberen:

  • Lees samen zonder steeds te verbeteren – plezier eerst, techniek later.

  • Laat je kind letters tekenen, kleien of lopen – maak ze zichtbaar.

  • Benoem succesjes: “Hé, die b schreef je precies goed!”

  • Gebruik vaste beelden of woorden bij letters, zodat de koppeling sterk blijft.

  • En vooral: geef je kind de tijd. Beelddenkers leren op hun eigen manier, maar als het kwartje valt, dan blijft het wél hangen.

En nu?

Blijft jouw kind worstelen met lezen of draaien de letters nog steeds?
Dan is het misschien tijd voor een andere aanpak. In mijn beelddenktraject help ik kinderen om letters écht te begrijpen – op hun eigen, visuele manier.

 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *